Geschiedenis
Ridge
Het meest opvallende kenmerk van de Rhodesian Ridgeback is natuurlijk de ridge. De ridge is een streep haren over de ruggengraat die in tegengestelde richting groeit. De ridge begint met een symmetrische box met twee kronen net achter de schoudertoppen en loopt dan door tot ongeveer tweederde van de rug. De ridge wordt vanaf de box langzaam steeds smaller. Omdat de ridge ook wel pronk genoemd wordt, is een andere naam voor Rhodesian Ridgeback ‘pronkrug’.
De Rhodesian Ridgeback zoals hij nu is, is een vrij recent ras, maar al rond 3000 v. Chr. leefden er honden met een ridge in Egypte. Doordat verschillende Afrikaanse volkeren, waaronder de Khoi en de Bantu met hun honden van het noorden van Afrika naar het zuiden trokken kwamen de honden met ridge in Zuid-Afrika terecht.
Veelzijdig en dapper
In 1652 stichtte Jan van Riebeeck een verversingsplaats bij de tafelbaai in Zuid-Afrika en maakte daar kennis met de honden met een ridge. De Khoi hadden honden die hun vee moesten beschermen tegen leeuwen en luipaarden. De meest onverschrokken honden waren hierin het succesvolst. Volgens verhalen waren dit vaker de honden met een ridge, de ridge werd hierdoor een kenmerk van dappere honden. De honden van de Khoi konden naast jagen ook het vee hoeden, wild opsporen, huis en haard bewaken en goed voor zichzelf zorgen. Nadat de Nederlanders een kolonie hadden gesticht in Zuid-Afrika gingen zij de Khoi als arbeidskrachten gebruiken. De Khoi namen hun honden mee. De boeren hadden vaak zelf hun Europese honden meegenomen en deze werden gekruist met de honden van de Khoi.
Oorsprong huidige Rhodesian ridgeback
Twee beroemde personen die betrokken zijn bij het begin van de Ridgeback zoals we deze nu kennen zijn de heren Charles Helm en Cornelis van Rooijen. Dhr. Helm had twee teven zonder ridge (waarschijnlijk van het greyhoudtype). Cornelis van Rooijen bezocht de missiepost van dhr. Helm. Cornelis van Rooijen was zo onder de indruk van de honden van dhr. Helm dat hij deze teven liet dekken door zijn jachthonden. De pups uit deze combinaties hadden een ridge. Deze honden vormen de oorsprong van de Rhodesian Ridgeback zoals we deze nu kennen.
Selectie
Van Rooijen selecteerde zijn jachthonden op de aanwezigheid van een ridge en op dapperheid, uithoudingsvermogen en goede jachteigenschappen. De honden van Cornelis van Rooijen waren beroemd en werden veelgevraagd. Meer mensen gingen met deze ridgebacks, die oorspronkelijk bij Cornelis van Rooijen vandaan kwamen, fokken. De Ridgebacks werden naast de eerdergenoemde eigenschappen ook geroemd om hun intelligentie en vasthoudendheid.
Leeuwenjager?
Ridgebacks worden ook wel eens leeuwhonden genoemd. In tegenstelling tot wat veel mensen denken werden Ridgebacks niet echt gebruikt om op leeuwen te jagen, maar ze werden wel ingezet om leeuwen die vee roofden, op te sporen en te stellen zodat de jagers de leeuw konden doden.
Eerste rasstandaard en rasvereniging
Naast de heren Helm en van Rooijen was ook kolonel Francis Barnes een belangrijk persoon voor de Rhodesian Ridgeback. Kolonel Barnes kocht zijn eerste Ridgeback in 1915 en later kocht hij een tweede Ridgeback, deze honden stamden af van de honden van dhr. van Rooijen. In 1918 werden de eerste Rhodesian Ridgebacks tentoongesteld. Kort daarna werd er door de liefhebbers van de Ridgeback een rasstandaard opgesteld. In 1926 werd de rasstandaard door de Kennel Union of Southern Africa (KUSA) aanvaard.
Eerste Rhodesian ridgeback in Nederland
Kort na de tweede wereldoorlog werd de eerste Rhodesian Ridgeback in Nederland geïmporteerd. In 1947 werden nog twee Ridgebacks geïmporteerd uit Zuid-Afrika. Tot 1970 zouden er slechts 81 pups in Nederland geboren worden. Pas op 15 september 1979 werd de Rhodesian Ridgeback Club Nederland opgericht. Sinds de oprichting van de RRCN is de populairiteit van de Rhodesian Ridgeback alleen maar toegenomen. Inmiddels worden er in Nederland per jaar ruim 1000 stambomen voor Rhodesian ridgebacks uitgegeven.